onvoltooid tegenwoordige tijdpresent
ik automatiseer
jij/je automatiseert
hij/zij/het/u automatiseert
wij/we automatiseren
jullie automatiseren
zij/ze automatiseren
onvoltooid verleden tijdpast
ik automatiseerde
jij/je automatiseerde
hij/zij/het/u automatiseerde
wij/we automatiseerden
jullie automatiseerden
zij/ze automatiseerden
voltooid tegenwoordige tijdpresent perfect
ik heb geautomatiseerd
jij/je hebt geautomatiseerd
hij/zij/het/u heeft geautomatiseerd
wij/we hebben geautomatiseerd
jullie hebben geautomatiseerd
zij/ze hebben geautomatiseerd
voltooid verleden tijdpast perfect
ik had geautomatiseerd
jij/je had geautomatiseerd
hij/zij/het/u had geautomatiseerd
wij/we hadden geautomatiseerd
jullie hadden geautomatiseerd
zij/ze hadden geautomatiseerd
onvoltooid toekomende tijdfuture
ik zal automatiseren
jij/je zult automatiseren
hij/zij/het/u zal automatiseren
wij/we zullen automatiseren
jullie zullen automatiseren
zij/ze zullen automatiseren
voltooid toekomende tijdfuture perfect
ik zal hebben geautomatiseerd
jij/je zult hebben geautomatiseerd
hij/zij/het/u zal hebben geautomatiseerd
wij/we zullen hebben geautomatiseerd
jullie zullen hebben geautomatiseerd
zij/ze zullen hebben geautomatiseerd
onvoltooid verleden toekomende tijdconditional
ik zou automatiseren
jij/je zou automatiseren
hij/zij/het/u zou automatiseren
wij/we zouden automatiseren
jullie zouden automatiseren
zij/ze zouden automatiseren
voltooid verleden toekomende tijdconditional perfect
ik zou hebben geautomatiseerd
jij/je zou hebben geautomatiseerd
hij/zij/het/u zou hebben geautomatiseerd
wij/we zouden hebben geautomatiseerd
jullie zouden hebben geautomatiseerd
zij/ze zouden hebben geautomatiseerd
gebiedende wijsimperative
jij/je automatiseer
hij/zij/het/u automatiseert u
wij/we laten we automatiseren
jullie automatiseert
tegenwoordig deelwoord: automatiserend
voltooid deelwoord: geautomatiseerd