onvoltooid tegenwoordige tijdpresent
ik analyseer
jij/je analyseert
hij/zij/het/u analyseert
wij/we analyseren
jullie analyseren
zij/ze analyseren
onvoltooid verleden tijdpast
ik analyseerde
jij/je analyseerde
hij/zij/het/u analyseerde
wij/we analyseerden
jullie analyseerden
zij/ze analyseerden
voltooid tegenwoordige tijdpresent perfect
ik heb geanalyseerd
jij/je hebt geanalyseerd
hij/zij/het/u heeft geanalyseerd
wij/we hebben geanalyseerd
jullie hebben geanalyseerd
zij/ze hebben geanalyseerd
voltooid verleden tijdpast perfect
ik had geanalyseerd
jij/je had geanalyseerd
hij/zij/het/u had geanalyseerd
wij/we hadden geanalyseerd
jullie hadden geanalyseerd
zij/ze hadden geanalyseerd
onvoltooid toekomende tijdfuture
ik zal analyseren
jij/je zult analyseren
hij/zij/het/u zal analyseren
wij/we zullen analyseren
jullie zullen analyseren
zij/ze zullen analyseren
voltooid toekomende tijdfuture perfect
ik zal hebben geanalyseerd
jij/je zult hebben geanalyseerd
hij/zij/het/u zal hebben geanalyseerd
wij/we zullen hebben geanalyseerd
jullie zullen hebben geanalyseerd
zij/ze zullen hebben geanalyseerd
onvoltooid verleden toekomende tijdconditional
ik zou analyseren
jij/je zou analyseren
hij/zij/het/u zou analyseren
wij/we zouden analyseren
jullie zouden analyseren
zij/ze zouden analyseren
voltooid verleden toekomende tijdconditional perfect
ik zou hebben geanalyseerd
jij/je zou hebben geanalyseerd
hij/zij/het/u zou hebben geanalyseerd
wij/we zouden hebben geanalyseerd
jullie zouden hebben geanalyseerd
zij/ze zouden hebben geanalyseerd
gebiedende wijsimperative
jij/je analyseer
hij/zij/het/u analyseert u
wij/we laten we analyseren
jullie analyseert
tegenwoordig deelwoord: analyserend
voltooid deelwoord: geanalyseerd